Boeken
Bijdragen aan het geschreven woord:
Over de Hiërarchieën van de engelen. De derde Hiërarchie
Omschrijving
‘Dat is eigenlijk ook voor ons het beeld van de geestkennis – dat datgene waar nu het gewone denken, voelen en willen zit, doorzichtig wordt en dat dan daar de Hiërarchieën, die er al zijn, die wij echter niet kunnen waarnemen, niet alleen waarneembaar worden, maar dat wij ze kunnen horen en beleven en dat we van hen vervuld kunnen zijn.‘
De derde Hiërarchie omvat de hoge geestelijke wezens van de engelen (Angeloi), de aartsengelen (Archangeloi) en de geesten van de persoonlijkheid of oerbeginnen (Archai). Zij zijn de wezens die samenhangen met het menselijke denken en herinneren.
In dit boek wordt een oefenweg getoond waarlangs deze wezens innerlijk kunnen worden gekend. Dit weten, deze ontmoeting, leidt naar de mogelijkheid bewust met hen te kunnen leven en hen in alle levensomstandigheden om hulp te kunnen vragen.
Eind december, even voor Kerstmis, is het boek ‘Over de Hierarchieën van de engelen. De derde Hiërarchie’ verschenen. In het ‘Tijdschrift voor Levend Denken’ nr. 4 schreef ik hier al over. Nu wil ik nog een thema uit dit boek belichten, het ‘denken in de waarneming’.
Ik ben hiertoe geïnspireerd geraakt door het seminar met Mieke Mosmuller in Samaya van oktober jl., waar we het opstel van Rudolf Steiner ‘Vroegere geheimhouding en tegenwoordige openbaarmaking van bovenzinnelijke kennis’1 bestudeerden. Het bijzondere is, dat hierin gezegd wordt dat voor het gewone bewustzijn in de zintuiglijke waarneming een denken leeft dat bovenzinnelijk is. (…)
Lieke van der Ree,
14 maart, 2020
Boekbespreking
De Kunst van het denken
De intelligentie is voor de meeste mensen een geliefde aanleg, een vaardigheid om trots op te zijn. Op school wordt al vlug gekeken hoe intelligent de kinderen zijn. Er bestaan uiteenlopende tests om de intelligentie kwantitatief vast te leggen (IQ). Ook is de menselijke intelligentie het grote voorbeeld voor de kunstmatige intelligentie. Hoe vernuftig deze laatste intussen in het nabootsen ook is, er is nog lang geen werkelijke mogelijkheid om de levende intelligentie in een technische om te zetten. De meest eenvoudige denkacties van de mens vragen om eindeloze reeksen van besluiten in de techniek – terwijl omgekeerd het apparaat in staat is om in een seconde tot uitkomsten te komen waar een mens in een heel leven niet toe zou kunnen komen… Maar als veld voor spiritualiteit is de intelligentie niet erkend. Het lijkt eerder een gebied dat verlaten moet worden, wil je tot de diepere wijsheden van het bestaan doordringen.
In dit boekje wordt een begin gemaakt met het bewijs van het tegendeel. De intelligentie is de geest zelf en door deze bewust in activiteit te brengen – met geen ander doel dan deze activiteit – bewijst de intelligentie zelf haar spiritualiteit. Om dit te kunnen is geen hoog IQ nodig, maar het wordt hierdoor wel vanzelf hoog. Er is geen geloof in wat dan ook nodig – ook dit ontstaat vanzelf. Het enige wat nodig is, is een zekere discipline om twee maal per dag twintig minuten tijd te geven aan de intelligentie.
Omschrijving
Zo verschijnt Michaël
Michaël is de goede geest van onze tijd, die ons tegemoetziet als intelligent wezen, met een intelligentie die oorspronkelijk kosmisch was.
In oude tijden was Michaël de regent van de kosmische intelligentie. In onze tijd leeft die intelligentie als intellect in ons.
Wanneer je zo naar de intelligentie leert kijken, dan is het duidelijk dat de menselijke intelligentie dreigt ‘gestolen’ te worden door zichzelf, onder leiding van een andere regent, die de boze geest van onze tijd is.
Die geestelijke macht inspireert de mens om het intellect te mechaniseren, te automatiseren – en we hoeven niet lang te zoeken of dat in onze tijd ook werkelijk gebeurt: we hebben de kunstmatige intelligentie.
Moge de lezer hieruit ook de moed putten om onze tijd positief tegemoet te treden, met een krachtig waarheidsdenken, een jubel in het gevoel en een kosmopolitische wil, dat wil zeggen interesse in alles wat de wereld te bieden heeft.
Omschrijving
Boekbespreking
Kalender van de ziel
De onbewuste ervaring van het verloop van het jaar in zomer en winter kan bewust worden gemaakt. In de zomer leven we meer in toewijding aan de natuur, in de winter trekken we ons sterk in onszelf terug.
In 1912 en 1913 bracht Rudolf Steiner deze metamorfose, dit ritme, tot uitdrukking in wekelijkse spreuken. Wie er gevoelig op mediteert, ervaart hoe een diep verlangen naar zelfkennis wordt vervuld.
Mieke Mosmuller schreef kleine verbindende teksten die bij elke spreuk staan.
Omschrijving
Op de achterkant van de omslag van dit boekje wordt beschreven dat de intelligentie in onze tijd voor de meeste mensen een geliefde aanleg is, een vaardigheid om trots op te zijn. Maar als veld voor spiritualiteit is de intelligentie niet erkend. Het lijkt eerder een gebied dat verlaten moet worden, wil je tot de diepere wijsheden van het bestaan doordringen. Mieke Mosmuller belooft echter dat in ‘De kunst van het denken’ een begin wordt gemaakt met het bewijs van het tegendeel:
“ De intelligentie is de geest zelf en door deze bewust in activiteit te brengen- met geen ander doel dan deze activiteit- bewijst de intelligentie zelf haar spiritualiteit. Om dit te kunnen is geen hoog IQ nodig, maar het wordt hierdoor wel vanzelf hoog. Er is geen geloof in wat dan ook nodig- ook dit ontstaat vanzelf. Het enige wat nodig is, is een zekere discipline om twee maal per dag twintig minuten tijd te geven aan de intelligentie”. (…)
Lieke van der Ree,